Woorden kwartet is een klassikale werkvorm. Hierbij moeten de leerlingen verschillende woorden rubriceren. In dit voorbeeld zijn woorden met au/ou/ei/ij/ng/nk/g/ch uitgewerkt, maar je kan ook andere spellingsregels toepassen op deze werkvorm. Dit spel speel je best buiten. 

Benodigdheden:

- 4 hoepels

- kwartetkaartjes (bijlage)

Uitleg:

Verdeel je klas in 4 heterogene groepen. Leg vervolgens 4 hoepels in een vierkant en laat elk groepje aan een hoepel staan. Leg in elke hoepel verschillende kwartetkaartjes. Zorg dat elke groep evenveel kaartjes heeft. Op het signaal van de leerkracht mogen de leerlingen bij andere groepjes kaartjes gaan halen. Ze mogen telkens maar 1 kaartje meenemen. Wanneer een groep 4 kaartjes heeft waarbij dezelfde spellingsregel gebruikt wordt, mogen deze 4 kaarten uit de hoepel gelegd worden en heeft deze groep een punt. De groep die op het einde de meeste punten heeft is gewonnen. Controleer als leerkracht nog eens de kwartetten, want als er een verkeerde kaart uit het spel gehaald wordt kan er geen nieuw kwartet gemaakt worden.