Bij de werkvorm au VS ou en ei VS ij strijden twee leerlingen tegen elkaar. Deze werkvorm kan je best buiten uitvoeren of in de gang. Je kan deze werkvorm toepassen in een hoekenwerk. 

Benodigdheden:

- Fotokaartjes 

- Woorden geschreven met ou (juist en fout)

- Woorden geschreven met au (juist en fout)

- Woorden geschreven met ei (juist en fout)

- Woorden geschreven met ij (juist en fout)

Uitleg:

au VS ou en ei VS ij is een spelvorm waarbij twee leerlingen tegen elkaar strijden. Eén leerling draait een fotokaartje om. Vervolgens lopen de twee leerlingen naar de woordkaartjes die 10 meter verder liggen. De leerling dat als eerste het juiste kaartje neemt krijgt een punt. De leerling die op het einde de meeste punten heeft wint.

(Tip: teken op de achterkant van de woordkaartjes een vinkje als het woord juist geschreven is en een kruisje als het woord fout is zo kunnen de leerlingen de woorden zelf controleren.)