Bij de paardenrace doet iedereen alsof ze meedoen in een echte paardenrace. De leerkracht speelt de rol van verslaggever. De rest gaat in een kring dicht naast elkaar op hun knieën zitten (kan ook: achter de stoel rechtstaan). Zodra de race start, beginnen de leerlingen met twee handen op de benen te kloppen. Zo bootsen ze het hoefgetrappel na. Terwijl ze continu op hun benen blijven slaan, reageren ze met volgende bewegingen op de commentaren van de juf/meester:

 

-De paarden zijn onderweg: slaan op de benen

-De paarden gaan door de waterbak: roepen “plets, plets, plets"

-Bocht naar links: iedereen leunt naar links

-Bocht naar rechts: iedereen leunt naar rechts

-Voor de tribune: iedereen doet de wave!

-Een groep Japanners tegenkomen: foto’s trekken

-De journalist Jacque tegenkomen: “Jo de Jacque!” zeggen.

-Door het bos lopen: “Zoef, zoef” zeggen.

-Versnellen/vertragen

-Van hun paard vallen: op de grond vallen.